Vandaag de dag worstelt elke organisatie met haar strategie. De toekomst is onzeker, want het stijgende aantal COVID-19 gevallen wijst op een tweede golf van COVID-19 gevallen, die mogelijk leidt tot een nieuwe regelgeving en dynamiek in de samenleving. Voor veel organisaties vraagt het om veranderingen op grofweg twee gebieden: het werk en de ruimte. Op het gebied van werk passen sommige organisaties hun dienstverlening aan op de verschuivende eisen. Op het gebied van ruimte schakelen sommige organisaties over op een hybride en op afstand werkend beleid. Maar hoe weet u wanneer u wat moet doen? Het aanpassen van uw diensten vereist grote interne veranderingen die zich verspreiden naar het werkveld. Wat voor werk doen uw medewerkers? Kunnen ze dit op afstand doen of moeten ze samen op kantoor zijn?

Overstappen naar werken op afstand

Overal in het nieuws waren er berichten over grote organisaties die overstapten naar werken op afstand. Google heeft haar werknemers verteld dat de overgrote meerderheid van hen van thuis uit zal werken tot 2021, terwijl Twitter aankondigde om werken op afstand toe te staan voor alle werknemers, met het citaat “We willen dat werknemers kunnen werken waar ze zich het meest creatief en productief voelen” (bron). Big-tech heeft misschien de mogelijkheid om volledig op afstand te gaan, maar dit is zeker anders voor werknemers die direct contact moeten hebben met materialen en hulpmiddelen die op kantoor aanwezig zijn. Er zijn ook organisaties die sterk afhankelijk zijn van low-key communicatie in teams die nauw samenwerken. De verschillen tussen organisaties kunnen behoorlijk groot zijn. Zo bleek uit ons onderzoek dat bij het ene bedrijf, face-to-face communicatie (zeer) belangrijk was voor 73% van de medewerkers, terwijl dat bij een andere organisatie slechts 46% was. De sterke behoefte aan face-to-face communicatie ging gepaard met een hogere behoefte aan verwantschap en een lagere behoefte aan autonomie, waardoor een heel andere werkdynamiek ontstond.